Context of Canarische Eilanden

De Canarische Eilanden (Spaans: Islas Canarias) zijn een eilandengroep in de Atlantische Oceaan, ten westen van Marokko en de Westelijke Sahara. De zeven grote en een zestal kleinere eilanden vormen samen een van de zeventien autonome regio's van Spanje. Deze autonome regio is vervolgens verdeeld in de twee provincies Santa Cruz de Tenerife en Las Palmas, elk met een eigen hoofdstad: Santa Cruz de Tenerife respectievelijk Las Palmas de Gran Canaria.

More about Canarische Eilanden

Basic information
  • Internet domain .ic
Population, Area & Driving side
  • Population 2172944
  • Gebied 7447
Historie
  • Ontstaan

    De eilanden zijn ontstaan door onderzeese vulkanische activiteiten. In feite zijn het de toppen van onderzeese bergen, die zijn gevormd in verschillende perioden. Het oudste gevonden materiaal, omhooggestuwd vanaf de zeebodem, dateert van circa honderd miljoen jaar geleden, terwijl het centrale bergland tussen de dertig en tachtig miljoen jaar oud is. Lanzarote en Fuerteventura zijn vermoedelijk het oudst.[1]

    Eerste bewoners

    De eerste bewoners kwamen vermoedelijk rond 3000 v. Chr. uit Noord-Afrika en waren verwant aan de huidige Berbers.[1]

    ...Lees meer
    Ontstaan

    De eilanden zijn ontstaan door onderzeese vulkanische activiteiten. In feite zijn het de toppen van onderzeese bergen, die zijn gevormd in verschillende perioden. Het oudste gevonden materiaal, omhooggestuwd vanaf de zeebodem, dateert van circa honderd miljoen jaar geleden, terwijl het centrale bergland tussen de dertig en tachtig miljoen jaar oud is. Lanzarote en Fuerteventura zijn vermoedelijk het oudst.[1]

    Eerste bewoners

    De eerste bewoners kwamen vermoedelijk rond 3000 v. Chr. uit Noord-Afrika en waren verwant aan de huidige Berbers.[1]

    Guanchen
      Zie Guanchen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

    Vanaf ongeveer de tweede eeuw v. Chr. werden de eilanden bevolkt door de Guanchen.[1] Tot de verovering door de Spanjaarden in de vijftiende eeuw waren zij de enige bewoners van de eilanden. De eerste Guanchen verzamelden eetbare gewassen en vingen vis. Later ontwikkelden ze technieken om gewassen te verbouwen en gingen ze vee houden. Gebruiksvoorwerpen maakten ze van aardewerk, steen en hout. Ze hulden zich in geitenvellen. Toen de eerste Spanjaarden op de eilandengroep verschenen, woonden de meeste eilandbewoners in grotten; slechts enkele families op Gran Canaria woonden in hutten. Het volk verkeerde nog in de steentijd.[1] Een historische bijzonderheid is de gefloten taal, Silbo, die op La Gomera tot op heden als levende traditie bewaard is gebleven.

     
    Rotstekening van Guanchen
    Antieken

    De eilanden werden in de klassieke oudheid al door zeilschepen bezocht.[1] De Griekse filosoof Plato meende dat de Canarische archipel deel uitmaakte van het legendarische verdwenen rijk Atlantis. De eilanden zijn opgenomen op de kaart van Ptolemaeus, als liggende op de rand van wereld. In 24 na Christus was er volgens de latere schrijver Plinius de Jongere een veldtocht van Juba II naar de eilanden.[1] Hij zou de Canarische eilanden hun naam hebben gegeven.

    Herontdekking

    Na de val van het Romeinse Rijk werden de eilanden door velen vergeten, hoewel de Europeanen en de Arabieren van hun bestaan wisten door de klassieke bronnen. Eeuwenlang leefden de eilandbewoners in isolatie. De zeemanskunst waarmee ze naar de eilanden waren gekomen was vergeten, want ze hadden geen boten en allicht ook geen onderling contact.[2] Muhammad al-Idrisi verhaalde in 1154 over acht avonturiers die vanuit Lissabon de Canarische eilanden zouden hebben herondekt, doch zonder blijvend gevolg.[3] In 1312 vond de uit Genua afkomstige Lancelotto Malocello de eilanden.[1] Lanzarote werd vernoemd naar deze man, wiens voornaam ook wel wordt gespeld als Lanzarotto. Zijn herontdekking leidde tot diverse Europese expedities, gemotiveerd door kennis over het goud dat uit sub-Saharaans Afrika kwam. Een Portugese vloot vertrok in 1341 uit Lissabon. In de brief De Canaria van Giovanni Boccaccio is hun ontgoochelende wedervaren beschreven. Desondanks stuurde Jacobus III van Majorca opnieuw een zwaarbewapende vloot. Na 1343 werden de eilanden aangedaan door Catalaans-Aragonese schepen en werd een missioneringsbisschop geïnstalleerd op Gran Canaria. Eilandbewoners werden weggevoerd en als slaaf aan het werk gezet in Mallorca. Er kwam een inheemse ontvolking op gang, die nog versnelde na 1400.

    Spaanse verovering

    De Franse ontdekkingsreiziger Jean de Béthencourt leidde in 1402 een expeditie naar de Canarische Eilanden om in opdracht van de Kroon van Castilië de eilanden te veroveren. De Guanchen gaven zich echter niet zonder slag of stoot gewonnen en in eerste instantie lukte het de Castiliaanse troepen alleen om Lanzarote in te nemen. Pas twee jaar later, na vele veldslagen, slaagden de troepen van de Normandische edelman erin om de bewoners van de eilanden Fuerteventura, El Hierro en La Gomera te verslaan. Veel Guanchen sneuvelden in de strijd. Anderen werden gevangengenomen en verkocht als slaven. In 1404 stichtte De Béthencourt de stad Betancuria op Fuerteventura, als hoofdplaats van het eiland. Twintig jaar later kwam hij tijdens de verovering van Gran Canaria na een gevecht met de oorspronkelijke bewoners van dit eiland om het leven.

    Intussen speelde de rivaliteit tussen Spanje en Portugal over de heerschappij op zee. Met het verdrag van Alcáçovas uit 1479 werden de Canarische eilanden aan Spanje toegewezen.[1]

    De Guanchen op Gran Canaria wisten zich staande te houden, ondanks herhaalde pogingen van de Castilianen om ook dit eiland in te nemen. Pas in 1483, onder het gezamenlijke bewind van koning Ferdinand van Aragon en koningin Isabella van Castilië, werd na een nieuwe periode van vijf jaar van strijd Gran Canaria ingenomen. Na de verovering van Gran Canaria lieten de nieuwe machthebbers hun oog vallen op het eiland La Palma. De veroveraar Alonso Fernéndez de Lugo versloeg in snel tempo de kleine legers van enkele koninkrijkjes op La Palma. Koning Tanausü trok zich echter terug in de vulkaankrater van Taburiente. Hij werd daarop door Fernéndez uitgenodigd om deel te nemen aan vredesbesprekingen. Tijdens deze besprekingen nam Fernéndez koning Tanausü en zijn volgelingen gevangen. De koning werd op een boot gezet naar het Spaanse vasteland. Hij zou zijn bestemming niet bereiken: Tanausü weigerde al het voedsel dat men hem aanbood, en stierf tijdens de reis.

    Gesterkt door zijn successen op het eiland La Palma zette Fernéndez in 1494 koers naar Tenerife, het enige eiland dat nog niet onder het gezag van de Castiliaanse Kroon was geplaatst. De Guanchen gaven zich echter niet gewonnen. Vele Castilianen stierven tijdens de gevechten en Fernéndez was genoodzaakt zijn troepen terug te trekken van Tenerife, om een jaar later terug te keren. Deze keer lukte het hem wel om het eiland te veroveren: in 1496 werd het laatste verzet gebroken.

    De Guanchen werden gedwongen om voor de Spanjaarden te werken, zowel op het land als in de suikerraffinaderijen. Velen werden als slaaf verkocht op de slavenmarkten van Sevilla en Valencia. Het land dat de Guanchen bezaten, moesten zij afstaan aan de nieuwe grootgrondbezitters, bestaande uit voormalige veroveraars, kolonisten, handelaren en de kerk. Slechts de leden van de koninklijke families en de Guanchen die aan de zijde van de Spanjaarden hadden meegevochten, mochten een stuk land behouden. In 1541 schreef de Italiaan Girolamo Benzoni, toen hij de eilanden bezocht, dat de Guanchen bijna waren uitgestorven en dat hun taal ook de bezetting door de Spanjaarden niet had overleefd.[1]

     
    Guanchen geven zich over aan Alonso Fernéndez de Lugo
    Na de verovering

    In de volgende twee eeuwen werden de nederzettingen op de Canarische Eilanden steeds welvarender, doordat ze als handelspost dienden voor de Nieuwe Wereld. Vooral op La Palma werden grote paleizen en kerken gebouwd. De El Salvador-kerk is een van de best overgebleven voorbeelden van de 16e-eeuwse architectuur op het eiland. Tussen 1550 en 1600 ontstond er op de eilanden een Vlaamse Canarische Natie. Er kwamen veel Vlamingen wonen, die er suikerplantages oprichtten. Nog altijd vindt men er straten en huizen met Vlaamse namen. Suikerriet werd een belangrijk exportproduct van de eilanden en zorgde voor een groot deel voor de stijgende welvaart. Op de suikerrietplantages werkten Europeanen en Afrikaanse slaven, ondanks het verbod op slavenhandel dat Spanje in 1537 had ingesteld.[1] De teelt van suikerriet veroorzaakte het verdwijnen van de oorspronkelijke bossen en er ontstond vanaf de kale hellingen erosie.[1]

    De rijkdom van de eilanden trok regelmatig piraten aan en leidde meer dan eens tot gevechten met andere mogendheden, die telkens tevergeefs probeerden de Canarische Eilanden te veroveren op de Spanjaarden. Een van die aanvallen werd tijdens de Tachtigjarige Oorlog uitgevoerd door een Nederlandse vloot van 74 schepen en 12.000 manschappen onder aanvoering van Pieter van der Does. Het lukte de Nederlanders om in 1599 op Gran Canaria aan wal te gaan en de stad Las Palmas de Gran Canaria te belegeren. Ze eisten dat de stad zich zou overgeven en alle rijkdommen aan hen zou overdragen. Ze kregen slechts twaalf schapen en drie kalveren. Woedend trokken 4000 Nederlandse soldaten naar de plaats Santa Brigade, waar de Raad van de Canarische Eilanden zich verscholen had. Ze werden daar echter in de val gelokt door 300 Canarische soldaten die 150 Nederlanders ombrachten en de rest dwongen zich terug te trekken. Teruggekomen bij Las Palmas deden ze vervolgens nog een poging om de stad plat te branden, maar ook dit lukte niet, waarop de Nederlanders besloten zich helemaal terug te trekken uit de Canarische Eilanden.

    Columbus

    De Genuese ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus onderbrak zijn reizen van Spanje naar Amerika tot viermaal toe op de Canarische Eilanden. Driemaal verbleef hij op Gran Canaria en eenmaal op La Gomera. Hij koos de Canarische Eilanden als tussenstop, omdat de eilanden precies op de juiste plek liggen om volledig gebruik te kunnen maken van de constante westwaartse passaatwinden en zeestromingen. De huidige hoofdstad van Gran Canaria, Las Palmas, speelde een belangrijke rol tijdens de ontdekkingsreizen van Columbus naar Amerika. Hier kwam hij weer op krachten en werden zijn drie schepen, de Pinta, de Santa María en de Niña, in gereedheid gebracht om de grote reis over de Duistere Zee (de huidige Atlantische Oceaan) naar de Nieuwe Wereld te maken. Van zijn verblijf in Las Palmas getuigen de Bedevaartkapel van Columbus, waar de zeer gelovige Columbus regelmatig kwam bidden, en het Huis van Columbus (Casa de Colón), beide in de wijk Vegueta.

    Wijn en cochenille

    Na de verovering van de Caraïben, waar suiker goedkoper kon worden geproduceerd, kwam er een einde aan de suikerindustrie op de Canarische eilanden.[1] Deze industrie werd opgevolgd door de productie van wijn. In 1665 werd in Londen de Canary Islands' Company opgericht, die de handel met Groot-Brittannië in handen had. In 1685 en 1687 was er een grote sprinkhanenplaag, die de wijngaarden vernietigde. Daarnaast was er concurrentie met wijn uit Madeira en Málaga. Ten slotte nam door de Spaanse Successieoorlog (1701-1713) de wijnhandel met Groot-Brittannië af. Hierna begon men met de productie van de cochenilleluis om karmijn te winnen.

    In 1706 werd de plaats Garachico verwoest door een uitbarsting van de Volcán Negra. In 1744 stichtten Augustijner monniken een universiteit in La Laguna.

    In 1797 viel Nelson Santa Cruz de Tenerife aan in een poging om de eilanden te veroveren. Hij verloor de strijd en daarbij ook zijn arm.[1] Naar verluidt bood de gouverneur van Santa Cruz de admiraal een glas lokale wijn aan.

    Vanaf 1800

    In 1812 werden de Canarische eilanden een Spaanse provincie.[1] Er ontstond vervolgens rivaliteit tussen de eilanden. De rivaliteit tussen de twee steden Santa Cruz de Tenerife en Las Palmas de Gran Canaria over welke van de twee zich de hoofdstad van de eilanden mocht noemen, leidde in 1927 tot de opsplitsing van de Canarische Eilanden in twee provincies. Deze indeling bleef gehandhaafd, ook toen de eilanden later autonomie verkregen.

    In het begin van de 20e eeuw begonnen de Britten met het verbouwen van bananen op de Canarische Eilanden. Dit zou uiteindelijk een belangrijker exportproduct worden dan het eerdere suikerriet en de wijn.

    Uit angst voor een staatsgreep stuurde de toenmalige Republikeinse regering van Spanje de held uit de Marokko-oorlogen, Francisco Franco, naar Tenerife. In 1936 greep hij daar de macht, waardoor de Spaanse Burgeroorlog begon. Hierdoor stagneerde de economie op de eilanden opnieuw.[1] Er ontstond verzet tegen Franco en het Canarisch nationalisme leefde op.

    Na de oprichting van het koninkrijk Spanje (na de dictatoriale periode van Franco gedurende de tijd van de Spaanse Staat) werd er in 1982 een wet aangenomen die voorzag in de autonomie voor de Canarische Eilanden. In 1983 werden de eerste autonome Canarische verkiezingen gehouden.

    In 1986 werd Spanje, en daarmee ook de Canarische eilanden, lid van de Europese Unie.[1]

    De wereldwijde pandemie van COVID-19 in 2020 ging grotendeels aan de eilandgroep voorbij. Een calima of tropische zandstorm legde in februari 2020 het leven min of meer stil. Het luchtverkeer werd stilgelegd en het carnaval afgelast. Onderzoekers stelden in oktober 2020 vast, dat hierdoor de eilanden aanzienlijk minder gevallen van Corona te verwerken kregen.[4]

    a b c d e f g h i j k l m n o p Piotr Paszkiewicz, Reisgids Canarische eilanden. Capitool (4e druk, 2008). David Abulafia, The Boundless Sea. A Human History of the Oceans, 2019, p. 472 Xavier de Planhol, L'Islam et la mer, 2000, p. 627-629. Onder diverse opleukingen lijkt dit verhaal een kern van waarschijnlijkheid te bevatten, anders dan de zogenaamde herontdekking door de Arabische kapitein Ben Farroukh in 999 (een 19e-eeuwse vervalsing door Manuel Osuna Saviñon). https://www.gacetasanitaria.org/en-linkresolver-impact-sandstorm-carnival-celebrations-on-S0213911120302119
    Read less

Where can you sleep near Canarische Eilanden ?

Booking.com
487.381 visits in total, 9.187 Points of interest, 404 Bestemmingen, 7 visits today.