De Waddenzee (Fries: Waadsee, Duits: Wattenmeer, Deens: Vadehavet) is een randzee tussen de Waddeneilanden en de Noordzee aan de ene kant, en het vasteland van Nederland, Duitsland en Denemarken aan de andere kant.

Het gebied strekt zich uit tussen Den Helder in Nederland en Esbjerg in Denemarken, heeft een lengte van 500 km en een breedte van gemiddeld 20 km. De oppervlakte bedraagt ongeveer 10.000 km², waarvan ongeveer 7500 km² getijdengebied (slikken en zandbanken), 1100 km² eilanden en 350 km² kwelders en zomerpolders. De rest bestaat uit vaargeulen.

In de Waddenzee mondden een aantal rivieren uit. De monding verwijdde tot een estuarium zoals de Dollard, de Lauwerszee, de Middelzee en de Zuiderzee. De laatste drie zijn inmiddels afgesloten. De in 1932 voltooide Afsluitdijk is sinds dat jaar onderdeel van de zuidgrens van de Waddenzee. De Waddenzee wordt onderbroken door de Hindenburgdamm van het eiland Sylt en de Rømøvej, de dam naar Rømø.

Het Waddenz...Lees meer

De Waddenzee (Fries: Waadsee, Duits: Wattenmeer, Deens: Vadehavet) is een randzee tussen de Waddeneilanden en de Noordzee aan de ene kant, en het vasteland van Nederland, Duitsland en Denemarken aan de andere kant.

Het gebied strekt zich uit tussen Den Helder in Nederland en Esbjerg in Denemarken, heeft een lengte van 500 km en een breedte van gemiddeld 20 km. De oppervlakte bedraagt ongeveer 10.000 km², waarvan ongeveer 7500 km² getijdengebied (slikken en zandbanken), 1100 km² eilanden en 350 km² kwelders en zomerpolders. De rest bestaat uit vaargeulen.

In de Waddenzee mondden een aantal rivieren uit. De monding verwijdde tot een estuarium zoals de Dollard, de Lauwerszee, de Middelzee en de Zuiderzee. De laatste drie zijn inmiddels afgesloten. De in 1932 voltooide Afsluitdijk is sinds dat jaar onderdeel van de zuidgrens van de Waddenzee. De Waddenzee wordt onderbroken door de Hindenburgdamm van het eiland Sylt en de Rømøvej, de dam naar Rømø.

Het Waddenzeegebied heeft een grote natuurwaarde en staat op de UNESCO-Werelderfgoedlijst. Het werelderfgoed omvat ruim 12.000 km², waartoe ook het overgangsgebied naar de Noordzee (zo'n 4000 km²) wordt gerekend. De Waddeneilanden van Nederland en Sleeswijk-Holstein (bijna 700 km²) en de mondingen van de Eems, Außenjade, Wezer en Elbe vallen er grotendeels buiten. Deze gebieden vallen echter wel voor een belangrijk deel onder het regime van Natura 2000. De beschermingsmaatregelen worden gecoördineerd door het Internationale Waddenzeesecretariaat (CWSS) te Wilhelmshaven, waarin Nederland, Duitsland en Denemarken samenwerken. Besluiten worden genomen tijdens driejaarlijkse ministersconferenties, waar de betrokken bewindslieden overleg plegen. Daarnaast zijn er periodieke wetenschappelijke conferenties en is er een Waddenzeeforum, waarin maatschappelijke organisaties en belangengroepen hun stem kunnen laten horen.

Hoe kwetsbaar dit Waddenzeegebied is bleek met de ramp met MSC Zoë in de nacht van 1 op 2 januari 2019, waarbij heel veel plastic(korrel)s en consumentenproducten in zee terecht kwamen. Duizenden vrijwilligers hielpen de kustlijn schoon te maken. Wat precies de gevolgen voor het gebied zijn wordt nog onderzocht.

Behalve als natuurgebied is de Waddenzee ook belangrijk voor de visserij, recreatie, delfstofwinning en andere economische bedrijvigheid. In het Nederlandse deel wint de Nederlandse Aardolie Maatschappij aardgas.

Het Nederlandse grondgebied van de Waddenzee is in 1981 toegevoegd aan de provincies Noord-Holland, Friesland en Groningen. In 1986 werd de Waddenzee ook gemeentelijk ingedeeld. Het gebeurde wel eens dat een kind werd geboren op de boot, op weg van een eiland naar een ziekenhuis: voorheen moest zo'n kind, dat wel in Nederland maar niet in een gemeente geboren was, bij de burgerlijke stand in 's-Gravenhage aangegeven worden.

Ontstaan

Tijdens de koudste periode aan het eind van de laatste ijstijd, ongeveer 18.000 jaar geleden, lag de zeespiegel ruim honderd meter onder het huidige zeeniveau. De Noordzeebodem lag toen grotendeels droog. Na deze periode smolten de ijskappen waardoor de zeespiegel steeg, en er water in de Noordzee kon lopen. Grofweg 7000 jaar geleden lag de kustlijn ongeveer in de buurt van de huidige kust. Door golfwerking en getijbewegingen werd er sediment vanuit zee naar de kust getransporteerd. Dit sediment werd afgezet langs de kust en in het nabije achterland, dat daardoor telkens iets hoger kwamen te liggen en zo niet verdronk door de nog snel stijgende zeespiegel. In de Duitse Bocht en langs grote delen van de Nederlandse en Vlaamse kust ontstonden zo wadden met getijgeulen (zeegaten) en kwelders. Aan de Noordzeekant lagen lokaal zandige strandwallen.

Hierna zwakte de zeespiegelstijging af en vanaf ongeveer 5000 jaar geleden konden de eerste aaneengesloten strandwallen in West-Nederland bewaard blijven. De getijgeulen in het achterland slibden veelal dicht en de voormalige wadden en kwelders raakten bedekt met een veenmoeras. In Noord-Nederland (grofweg ten oosten van Vlieland) was de situatie anders. Hier waren de strandwallen niet aaneengesloten, ze zijn altijd onderbroken geweest door getijgeulen die uitkwamen op het achterliggende wadden- en kweldergebied. Deze onderbroken strandwallen vormen de kern van de meeste Waddeneilanden.

De afgelopen 7000 jaar is het waddengebied altijd dynamisch geweest. Getijgeulen hebben zich regelmatig verlegd, en ook de grenzen van het wadden- en kweldergebied en de locatie van de Waddeneilanden schoven regelmatig op.

Visserij

Op de Waddenzee is eeuwenlang veel gevist. Om niet weg te zakken in de zachte wadbodems maakten de vissers veel gebruik van sliksleeën. Tot in het begin van de 20e eeuw werd er ook op oesters gevist, met name vanuit Oosterend en Oudeschild. Vermoedelijk door overbevissing is de oester in de Waddenzee sindsdien geheel verdwenen. Wel werden er nadien op de Waddenzee steeds meer mossels gekweekt.

Afsluiten van de Zuiderzee

Toen de Afsluitdijk in 1932 voltooid was, konden de haring en de ansjovis hun paaiplaats in de kom van de Zuiderzee niet meer bereiken. Het kuit dat ze schoten op de Waddenzee bleef drijven en bij laag water lag er langs de Afsluitdijk en aan de Waddenkust een laag haringkuit die op sommige plaatsen wel 10 tot 15 centimeter dik was.[1] Na enkele jaren met enorme haringvangsten verdween de haring na 1937 ook uit de Waddenzee. Tot ongeveer 1955 kwamen met tussenpozen nog scholen ansjovis naar de Waddenzee.[2]
Ook het zeegras verdween, in eerste instantie als gevolg van een ziekte. Het kwam, waarschijnlijk door de veranderde omstandigheden, niet meer terug in het Waddenzeegebied terwijl dat elders in Europa wel gebeurde. Het verdwijnen van het zeegras had tot gevolg dat vissoorten als de zeestekelbaars en de trompetterzeenaald nagenoeg uitstierven. Het afsluiten van de Zuiderzee had mede tot gevolg dat in het westelijke deel van de Waddenzee het hoogwaterniveau toenam.[3]

Harlinger Courant 7 april 1933 Kees Draaisma, Bar avontuur blz. 26 en 40 M.F. Mörzer Bruijns en R.J. Benthem, p. 32
Photographies by:
Mhaesen - CC BY-SA 3.0
Statistics: Position
841
Statistics: Rank
129344

Reactie toevoegen

Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.

Beveiliging
853217649Click/tap this sequence: 2892

Google street view

Where can you sleep near Waddenzee ?

Booking.com
489.822 visits in total, 9.196 Points of interest, 404 Bestemmingen, 73 visits today.