De Camí de Ronda ( uitspraak in het Catalaans: [kəˈmi ðə ˈrondə] , Spaans: Camino de Ronda ) was een voetpad dat langs de kust van de Costa Brava was aangelegd om de Guardia Civil te helpen de kust onder controle te houden en te stoppen met smokkelen.

De oorsprong ligt in de 19e eeuw toen het werd gevormd door kleine voetpaden door de kliffen langs de kust van Catalonië. In de 20e eeuw, vooral in de naoorlogse periode, kreeg het pad een groot belang als methode om de grens van het land te controleren, vooral in de moeilijke economische omstandigheden die Spanje na de burgeroorlog bevond.

Corruptie zorgde er echter voor dat de route niet ophield met smokkelen. Door de voortdurende grenscontroles en de economische situatie in de jaren veertig en vijftig, toen zelfs basisvoedsel, gereedschap en andere producten in Spanje schaars waren, konden de weinige smokkelaars fortuinen vergaren. De verbetering van de Spaanse economie en de uiteindelijke toetreding tot de Europese Unie zorgden ervoor dat de weg aan belang verloor.

Een groot deel van de route is nu een reeks openbare voetpaden die vaak toeristische stranden en resorts met elkaar verbinden.