Het mausoleum van Ruhollah Khomeini (Perzisch: آرامگاه روح الله خمینی) herbergt de graven van ayatollah Ruhollah Khomeini, zijn vrouw Khadijeh Saqafi, en zijn tweede zoon Ahmad Khomeini; en enkele politieke figuren, zoals voormalig president Akbar Hashemi Rafsanjani, voormalig vice-president Hassan Habibi, luitenant-generaal Ali Sayad Shirazi, Iraanse revolutie-figuur Sadeq Tabatabaei en parlementslid Marzieh Hadidchi. Het mausoleum ligt ten zuiden van Teheran op de begraafplaats Behesht-e Zahra (Paradijs van Zahra). De bouw begon in 1989 na de dood van Khomeini op 3 juni van dat jaar. Het is nog in aanbouw, maar wanneer het voltooid is, zal het het middelpunt zijn van een complex verspreid over 20 vierkante kilometer (4.900 acres), met een cultureel en toeristisch centrum, een universiteit voor islamitische studies, een seminarie, een winkelcentrum en een 20.000- parkeerplaats. De Iraanse regering heeft naar verluidt 2 miljard dollar aan deze ontwikkeling besteed.

De plaats is een bedevaartsoord voor volgelingen van Khomeini. Het wordt symbolisch gebruikt door regeringsfiguren en wordt af en toe bezocht door buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders. Elk jaar wordt Khomeini's sterfdag gevierd op 4 juni in het mausoleum in een ceremonie die wordt bijgewoond door regeringsfunctionarissen, buitenlandse ambassadeurs en anderen. Khomeini's kleinzoon Ayatollah Seyyed Hassan Khomeini is verantwoordelijk voor de zorg voor het mausoleum. Het metrostation Haram-e Motahhar is het dichtstbijzijnde metrostation bij het mausoleum.