Context of Filipijnen

De Filipijnen (of Filippijnen) (uitspraak: [filiˈpɛɪnə(n)]), officieel de Republiek der Filipijnen (Filipijns: Republika ng Pilipinas, Engels: Republic of the Philippines), is een republiek in Zuidoost-Azië. De archipel bestaat uit 7641 eilanden, waarvan de grootste twee Luzon en Mindanao zijn. Deze beide eilanden beslaan samen zo'n twee derde van de oppervlakte van het land, dat met ongeveer 300.000 km² ruim zeven maal zo groot is als Nederland en ruim negen maal zo groot als België. De Filipijnen hadden bij de laatste officiële census in 2015 bijna 101 miljoen inwoners.

Door de locatie van de Filipijnen nabij de Pacifische Ring van Vuur en de evenaar zijn de Filipijnen gevoelig voor aardbevingen en tyfoons. Deze locatie zorgt echter ook voor relatief veel natuurlijke hulpbronnen en een grote biodiversiteit.

Ruy López de Villalobos noemde tijdens zijn mislukte expeditie in 1543 de eilandengroep naar de toenmalige kroonprins van Spanj...Lees meer

De Filipijnen (of Filippijnen) (uitspraak: [filiˈpɛɪnə(n)]), officieel de Republiek der Filipijnen (Filipijns: Republika ng Pilipinas, Engels: Republic of the Philippines), is een republiek in Zuidoost-Azië. De archipel bestaat uit 7641 eilanden, waarvan de grootste twee Luzon en Mindanao zijn. Deze beide eilanden beslaan samen zo'n twee derde van de oppervlakte van het land, dat met ongeveer 300.000 km² ruim zeven maal zo groot is als Nederland en ruim negen maal zo groot als België. De Filipijnen hadden bij de laatste officiële census in 2015 bijna 101 miljoen inwoners.

Door de locatie van de Filipijnen nabij de Pacifische Ring van Vuur en de evenaar zijn de Filipijnen gevoelig voor aardbevingen en tyfoons. Deze locatie zorgt echter ook voor relatief veel natuurlijke hulpbronnen en een grote biodiversiteit.

Ruy López de Villalobos noemde tijdens zijn mislukte expeditie in 1543 de eilandengroep naar de toenmalige kroonprins van Spanje, Filips II. Daarna waren de Filipijnen ruim 300 jaar lang een Spaanse kolonie, tot de archipel in 1898 aan het eind van de Spaans-Amerikaanse Oorlog in Amerikaanse handen kwam. Hoewel de Filipijnse revolutionaire beweging onder leiding van Emilio Aguinaldo op 12 juni 1898 de onafhankelijkheid uitriep, zou het nog tot 4 juli 1946 duren voor het daadwerkelijk zover was. De Filipijnen hebben door de langdurige kolonisatie door Spanje en de Verenigde Staten veel westerse kenmerken. Zo is een groot deel van de bevolking katholiek, het is na Brazilië en Mexico het grootste katholieke land ter wereld.

De Filipijnen kennen een scherpe tegenstelling tussen arm en rijk. Er is sprake van een kleine, rijke elite en een groot arm deel van de bevolking dat veelal onder het bestaansminimum leeft. De elite heeft zowel op economisch als op politiek gebied de touwtjes in handen. In de jaren 70 werd het land op dictatoriale wijze geregeerd door president Ferdinand Marcos. Diens opvolger Corazon Aquino, de eerste vrouwelijke president van het land, herstelde de democratie weer, maar een economische opleving bleef uit. Ook werden problemen, zoals de corruptie, de ongelijke verdeling van rijkdom en het grondbezit tijdens haar regeerperiode en die van haar opvolgers niet aangepakt. De huidige president is Ferdinand Marcos jr.

More about Filipijnen

Basic information
  • Currency Filipijnse peso
  • Calling code +63
  • Internet domain .ph
  • Mains voltage 220V/60Hz
  • Democracy index 6.56
Population, Area & Driving side
  • Population 109035343
  • Gebied 343448
  • Driving side right
Historie
  •   Zie Geschiedenis van de Filipijnen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
    Vroege geschiedenis

    De eerste menselijke bewoning van de Filipijnen dateert van minimaal 50.000 jaar geleden. De oudste fossiele resten van mensen in de Filipijnen werden gevonden in de Tabongrot in Palawan en zijn gedateerd op een leeftijd van zo'n 24.000 jaar. Andere archeologische vondsten wijzen er echter op dat deze Tabonmens al 30- tot 50.000 jaar geleden gebruikmaakte van deze grot. Veel later, vanaf ongeveer 4000 voor Christus, arriveerden andere mensen vanuit de Indonesische eilanden en het vasteland van Azië. De mensen op de Filipijnen leefden lange tijd zeer geïsoleerd en zonder veel contact met de mensen uit andere delen van de regio. Er waren geen koninkrijken of soortgelijke samenlevingsvormen. De mensen leefden daarentegen in kleine gemeenschappen - de zogenaamde barangays - van enkele tientallen families, met aan het hoofd een datu. Slechts op enkele locaties waren de gemeenschappen wat groter.

    ...Lees meer
      Zie Geschiedenis van de Filipijnen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
    Vroege geschiedenis

    De eerste menselijke bewoning van de Filipijnen dateert van minimaal 50.000 jaar geleden. De oudste fossiele resten van mensen in de Filipijnen werden gevonden in de Tabongrot in Palawan en zijn gedateerd op een leeftijd van zo'n 24.000 jaar. Andere archeologische vondsten wijzen er echter op dat deze Tabonmens al 30- tot 50.000 jaar geleden gebruikmaakte van deze grot. Veel later, vanaf ongeveer 4000 voor Christus, arriveerden andere mensen vanuit de Indonesische eilanden en het vasteland van Azië. De mensen op de Filipijnen leefden lange tijd zeer geïsoleerd en zonder veel contact met de mensen uit andere delen van de regio. Er waren geen koninkrijken of soortgelijke samenlevingsvormen. De mensen leefden daarentegen in kleine gemeenschappen - de zogenaamde barangays - van enkele tientallen families, met aan het hoofd een datu. Slechts op enkele locaties waren de gemeenschappen wat groter.

    Vanaf de dertiende eeuw was er meer contact met de buitenwereld. Zo werd er in die tijd door de gemeenschappen langs de Filipijnse kusten handel gedreven met Chinese handelaren. Niet veel later kwamen met name de bewoners van de zuidelijk gelegen Sulu-eilanden en Mindanao in contact met de islam. In de 15e eeuw werd het Sultanaat van Sulu gesticht en tegen het eind van de 16e eeuw volgde het Sultanaat van Maguindanao.

    Spaanse kolonie

    In 1521 arriveerde de Spaanse expeditie onder leiding van Magellaan op de archipel. Hij probeerde de lokale bevolking tot het christendom te bekeren, wat hem uiteindelijk tijdens een veldslag met Lapu-Lapu op het eiland Mactan vlak bij Cebu fataal werd. De Spaanse interesse in het gebied bleef echter aanhouden en enkele tientallen jaren later, in 1565, werd een begin gemaakt met de kolonisatie van de Filipijnen door een expeditie onder leiding van Miguel López de Legazpi. In 1571 werd Maynilad (het tegenwoordige Manilla) veroverd. Na het aanvoeren van nieuwe troepen uit Nieuw-Spanje werd het land stap voor stap verder onder controle van de Spanjaarden gebracht. De Filipijnen zouden echter voor de Spanjaarden bij lange na niet zo lucratief blijken te zijn als de Spaanse kolonies in Amerika. De handel met de Manillagaljoenen, waarbij tweemaal per jaar handelswaar vanuit China en India naar Nieuw-Spanje werd vervoerd, domineerde het beleid van de Spanjaarden. De economie van het land werd tot aan het begin van de 19e eeuw nauwelijks ontwikkeld. Een belangrijk ander doel van de Spanjaarden was de bekering van de Filipino's tot het katholicisme. Hierbij was een grote rol weggelegd voor de missionarissen van de grote katholieke kloosterordes: de franciscanen, de augustijnen, de dominicanen en de jezuïeten. De controle over Mindanao zou tot de 19e eeuw echter marginaal blijven, hetgeen een reden was voor de Moro's te betwisten dat ze deel van de Filipijnen uitmaakten. Ook was er zo nu en dan sprake van Mindanao aan een andere koloniale mogendheid te laten, bijvoorbeeld het naar koloniën zoekende België. Zo ver kwam het niet en in de 19e eeuw werd ook Mindanao stevig onder Spaanse controle gebracht.

    Filipijnse revolutie  Een cartoon over de beslissing van de Amerikaanse president McKinley omtrent het behouden van de Filipijnen.

    Na ruim driehonderd jaar kwam er een eind aan de Spaanse aanwezigheid op de Filipijnen. In augustus 1896 brak de Filipijnse revolutie uit. De aanleiding was de ontdekking van de ondergrondse verzetsbeweging Katipunan door de Spanjaarden. De revolutionairen besloten daarop vervroegd een gewapende opstand te beginnen met als doel de onafhankelijkheid te bewerkstelligen. In de eerste fase van de revolutie wonnen de Filipino's diverse veldslagen. Er werd een revolutionaire regering gevormd en er werd zelfs een aanval op Manilla uitgevoerd. Deze faalde echter. Op 30 december 1896 werd José Rizal geëxecuteerd. Rizal, een van de belangrijkste inspirators voor de revolutionaire beweging, was kort na het uitbreken van de Filipijnse revolutie gearresteerd vanwege vermeende betrokkenheid en had een tijd in ballingschap geleefd. Door zijn executie werd Rizal voor de Filipino's een martelaar en nationale held.

    In 1897 leidde een interne machtsstrijd uiteindelijk tot de berechting en executie van de oorspronkelijke leider van de Katipunan, Andrés Bonifacio. De nieuwe leider was generaal Emilio Aguinaldo. Datzelfde jaar werd onder zijn leiding het Pact van Biak-na-Bato gesloten. De leiders van de revolutie vertrokken daarbij op vrijwillige basis in ballingschap naar Hongkong in ruil voor een grote som geld. Daarnaast zouden de opstandelingen hun wapens inleveren en beloofde de Spaanse gouverneur-generaal dat er hervormingen zouden worden doorgevoerd. De laatste twee afspraken werden echter nooit nagekomen. Toen in 1898 de Spaans-Amerikaanse Oorlog uitbrak zagen Aguinaldo en de andere leiders hierin dan ook aanleiding om de revolutie voort te zetten. Met hulp van de Amerikanen keerden zij terug in de Filipijnen en rond juni 1898 hadden de opstandelingen een groot deel van de Filipijnen, met uitzondering van Manilla onder controle. Aguinaldo riep daarop op 12 juni 1898 de onafhankelijkheid uit. Zowel de Spanjaarden als de Amerikanen weigerden deze onafhankelijkheid echter te erkennen. Manilla werd uiteindelijk door de Amerikaanse troepen ingenomen. In december 1898 werd middels het Verdrag van Parijs het einde van de oorlog formeel vastgelegd. Spanje deed daarbij afstand van de Filipijnen, Cuba, Guam en Puerto Rico in ruil voor 20 miljoen dollar.

    Amerikaanse kolonie

    Toen bleek dat de Amerikanen van plan waren om als kolonisator in de Filipijnen te blijven namen de spanningen tussen de revolutionaire beweging en de Amerikanen toe. Kort daarop begon de Filipijns-Amerikaanse Oorlog. In maart 1901 werd Aguinaldo door de Amerikanen gevangengenomen. Kort daarop werd de oorlog officieel beëindigd verklaard, maar sporadisch werd nog tot 1913 gevochten. In juli 1901 werd het militair bewind van de Amerikanen beëindigd en installeerde men een burgerregering. In 1907 werd de macht van de Philippine Commission beperkt, toen deze verder ging als hogerhuis van een tweekamerige wetgevende macht. Het aantal Amerikaanse leden van de Commission werd bovendien in de loop der tijd steeds minder. Het lagerhuis werd vanaf 1907 gevormd door het Filipijns Assemblee dat bestond uit tachtig rechtstreeks door de Filipijnse stemgerechtigden gekozen leden.

    In 1916 nam het Amerikaans Congres de Jones Act aan. Deze wet was de eerste stap die de Verenigde Staten zetten in de richting van Filipijnse onafhankelijkheid. Hoewel de Amerikaanse Senaat al graag een datum voor de onafhankelijkheid in de wet had willen opnemen, werd dit door het Huis van Afgevaardigden tegengehouden. Nu stond er in de wet dat het de bedoeling was om de Filipijnen hun onafhankelijkheid te geven, wanneer de situatie in het land er klaar voor was. In 1934 werd een en ander verder geconcretiseerd toen het Amerikaans Congres de Tydings–McDuffie Act aannam. Deze wet bepaalde dat de Filipijnen na een overgangsperiode van 10 jaar onafhankelijk zouden worden. In deze overgangsperiode zouden de Filipino's een veel grotere mate van zelfbestuur krijgen dan tot dan toe. Zo kregen de Filipijnen in 1935 de status van gemenebestland. Hierdoor kon het land een lid zonder stemrecht naar het Amerikaans Congres sturen, zoals dat nu nog gebeurt door Puerto Rico en de Noordelijke Marianen.

    De Filipijnse republiek Amerikaanse filmopnamen over de onafhankelijkheidsverklaring in 1946.

    Kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog, op 4 juli 1946, werden de Filipijnen onafhankelijk. De eerste president van het onafhankelijke land was Manuel Roxas, die bij de verkiezingen van 1946 zittend president Sergio Osmeña had verslagen. Door de oorlog was een groot deel van Manilla verwoest en de economie van het land was er slecht aan toe. De Verenigde Staten boden hulp bij het opbouwen van het land, maar die hulp kwam tegen hoge kosten. Zo mochten de Verenigde Staten nog acht jaar lang vrij handelen met de Filipijnen. Daarna zouden de Filipijnen geleidelijk aan steeds hogere tarieven mogen heffen. Ook kreeg de voormalig kolonisator het recht om 99 jaar lang enkele zeer grote militaire bases in het land te handhaven. Op het grondgebied van deze bases, zoals Clark Air Base en Subic Bay Naval Base lag de zeggenschap bovendien bij de VS. Als laatste kregen Amerikaanse staatsburgers bovendien dezelfde rechten als Filipino's met betrekking tot het exploiteren van de natuurlijke hulpbronnen van de Filipijnen.

    Toen Roxas in 1948 door een hartaanval plotseling overleed werd hij opgevolgd door vicepresident Elpidio Quirino. Zijn termijn werd gekenmerkt door een voortzetting van de wederopbouw van het land en economische vooruitgang. De bestaande sociale problemen in het land werden echter niet aangepakt. Bovendien werd zijn regering net als die van zijn voorganger Roxas geplaagd door grootschalige corruptiepraktijken. De communistische Hukbalahap die ooit was begonnen als verzetsbeweging tegen de Japanners groeide in die tijd uit tot een serieuze bedreiging. Quirino werd in 1953 opgevolgd door Ramon Magsaysay. Magsaysay had nauwe banden met de Verenigde Staten.

    Toen president Magsaysay in 1957 overleed bij een vliegtuigongeluk werd hij opgevolgd door vicepresident Carlos Garcia. Garcia's beleid brak duidelijk met dat van voorganger Magsaysay. In zijn regeerperiode werd de lengte van het contract voor de Amerikaanse militaire bases verkort van 99 naar 25 jaar. Hij werd ook bekend door zijn "Filipino First"-beleid. Filipijnse zakenmensen genoten daarbij grote voordelen ten opzichte van buitenlandse investeerders. In 1961 werd Garcia verslagen door Diosdado Macapagal. Deze slaagde er door economische hervormingen in om economische vooruitgang te realiseren. Tijdens de regeerperiode van Macapagal werd de Filipijnse onafhankelijkheidsviering verplaatst van 4 juli, de dag dat de onafhankelijkheid in 1946 werd verkregen van de Verenigde Staten, naar 12 juni, de datum dat Emilio Aguinaldo in 1898 de onafhankelijkheid van Spanje uitriep.

    Periode-Marcos  Ferdinand Marcos met zijn vrouw Imelda

    Bij de verkiezingen van 1965 werd de jonge en ambitieuze politicus Ferdinand Marcos gekozen als opvolger van president Diosdado Macapagal. In zijn eerste termijn ging hij voortvarend van start. Er werden bijvoorbeeld veel investeringen in de infrastructuur gedaan. De heersende armoede onder de bevolking werd echter niet aangepakt. Vier jaar later werd hij wel de eerste president die erin slaagde om herkozen te worden. Vlak voor het einde van zijn tweede en wettelijk dus laatste termijn als president probeerde hij door druk uit te oefenen op de leden van de constitutionele conventie, de Filipijnse Grondwet zo aangepast te krijgen, dat hij door zou kunnen regeren. Deze poging slaagde echter niet. In september 1972 riep Marcos daarop de staat van beleg uit. Volgens hem was dit noodzakelijk om de orde in het land te herstellen, die werd bedreigd door studentendemonstraties, een opkomende communistische beweging onder leiding van José María Sison en de islamitische afscheidingsbeweging Moro Islamic Liberation Front (MNLF) in het zuiden van de Filipijnen.

    Marcos liet duizenden mensen arresteren, onder wie vele politieke tegenstanders zoals zijn grote rivaal senator Ninoy Aquino. Door het uitroepen van de staat van beleg kreeg Marcos de mogelijkheid om het land op dictatoriale wijze te gaan regeren. Zo werden de Filipijnse media aan banden gelegd en werd het parlement naar huis gestuurd. Bovendien stelde het hem in staat om de verkiezingen voor onbepaalde tijd uit te stellen. De grondwet werd alsnog aangepast en Marcos werd tot president en minister-president uitgeroepen. Pas in 1978 werden verkiezingen uitgeschreven voor een nieuw parlement, het Batasang Pambansa. De oppositie won volgens de officiële uitslagen bijna geen enkele zetel. In 1980 werd Ninoy Aquino vrijgelaten, om hem de mogelijkheid te bieden in de Verenigde Staten een hartoperatie te ondergaan. Ondertussen waren er steeds meer aanwijzingen dat Ferdinand en zijn vrouw Imelda hun machtspositie misbruikten door zichzelf en hun naaste vertrouwelingen te verrijken.

    In augustus 1983 keerde de inmiddels herstelde Aquino weer terug in de Filipijnen. Hij werd echter direct bij aankomst op het vliegveld vermoord. De moord op de populaire Aquino bleek een keerpunt in de politieke situatie van het land. Er kwam steeds meer openlijk verzet en eind 1985 kondigde Marcos onder druk van met name de Verenigde Staten aan dat er in februari 1986 tussentijdse presidentsverkiezingen zouden worden georganiseerd. Hij moest het daarin opnemen tegen Corazon Aquino, de weduwe van Ninoy. Nadat Marcos, volgens velen onterecht, tot winnaar werd uitgeroepen leidde een geweldloze volksopstand voorafgegaan door de afvalligheid van een deel van het Filipijnse leger tot zijn val. Marcos moest vluchten naar de Verenigde Staten en Corazon Aquino werd ingezworen als de nieuwe president.

    Sinds 1986

    Na het gedwongen aftreden van Marcos werd de democratie in de Filipijnen hersteld. In 1987 werd de nieuwe grondwet van de Filipijnen met grote meerderheid door de bevolking aangenomen en werden de leden van het nieuwe Filipijnse parlement gekozen. De euforische stemming was echter al vrij snel over. De problemen waar de regering-Aquino zich voor gesteld zag waren groot. Zo was de nationale schuld enorm, was er sprake van grootschalige corruptie binnen de overheid en werden de communistische en islamitische afscheidingsbewegingen steeds sterker. Ook kreeg Aquino al vrij kort na haar aantreden te maken met onderlinge verdeeldheid binnen haar kabinet en werden er gedurende haar termijn diverse couppogingen gepleegd. Pas onder opvolger Fidel Ramos kwam de economie van de Filipijnen wat in de lift. De financiële crisis in Azië bracht dit proces echter weer tot stilstand.

    De regeringen van de opvolgers van Ramos werden geteisterd door schandalen en beschuldigingen van corruptie. Voormalig filmster Joseph Estrada werd in 2001 afgezet en veroordeeld voor corruptiepraktijken. Ook zijn opvolger Gloria Macapagal-Arroyo werd tijdens haar tien jaar durende regeerperiode meerdere keren beschuldigd van corruptie. Diverse malen probeerden leden van de oppositie ook haar af te laten zetten. Ook was er sprake van enkele couppogingen tegen haar bewind. Ondertussen bleef de sociale ongelijkheid in de Filipijnen jarenlang ongewijzigd. Er is sprake van een grote groep arme mensen en een kleine rijke elite, die de macht en de middelen in handen heeft. De in 2016 geïnaugureerde president Rodrigo Duterte voerde een drastische campagne ter bestrijding van de drugscriminaliteit in het land, die hem op kritiek van mensenrechtenorganisaties kwam te staan, omdat de rigoureuze maatregelen haaks zouden staan op belangrijke rechtsbeginselen.[1] In februari 2020 kondigde het land aan een onafhankelijker koers te willen varen ten opzichte van de Verenigde Staten, die officieel werden geïnformeerd dat het de militaire samenwerking wilde opzeggen die was vastgelegd in de Visiting Forces-overeenkomst die voorziet in stationering van Amerikaanse troepen in het land en het frequent ondernemen van gezamenlijke oefeningen. Duterte richtte zijn blik toen meer op China, terwijl hij ondertussen meer afstand nam van de voormalige koloniale heerser.[2][3] In 2022 werd Duterte opgevolgd door Ferdinand Marcos jr., de zoon van oud-president Ferdinand Marcos.

    Duterte drug war is Philippines’ ‘gravest human rights concern’ . Gearchiveerd op 28 februari 2021. Philippines Tells U.S. It Will End Military Cooperation Deal. Gearchiveerd op 1 mei 2023. Philippines notifies US of intent to end major security pact. Gearchiveerd op 29 maart 2023.
    Read less

Where can you sleep near Filipijnen ?

Booking.com
489.342 visits in total, 9.196 Points of interest, 404 Bestemmingen, 169 visits today.