Context of Albanië

Albanië (Albanees: Shqipëria), officieel de Republiek Albanië (Albanees: Republika e Shqipërisë), is een land in Zuidoost-Europa. Het land ligt in het zuidwesten van de Balkan aan de Ionische en Adriatische Zee. Albanië grenst kloksgewijs aan Montenegro, Kosovo, Noord-Macedonië en Griekenland. De hoofdstad van Albanië is Tirana.

Albanië is sinds 1991 een parlementaire republiek na de val van het communisme. De enige officiële taal in Albanië is Albanees. Het land heeft een oppervlakte van 28.748 km² en telt ongeveer 2,8 miljoen inwoners.

Albanië is lid van de Verenigde Naties, de NAVO, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de Raad van Europa en de Wereldhandelsorganisatie. Ook is Albanië een van de oprichtende leden van de Unie voor het Middellandse Zeegebied. Sinds 24 juni 2014 is het daarnaast kandidaat-lid van de Europese Unie.

More about Albanië

Basic information
  • Currency Albanese lek
  • Naam in eigen taal Shqipëria
  • Calling code +355
  • Internet domain .al
  • Mains voltage 220V/50Hz
  • Democracy index 6.11
Population, Area & Driving side
  • Population 2793592
  • Gebied 28748
  • Driving side right
Historie
  •   Zie Geschiedenis van Albanië voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
     Fresco van het huis Kastrioti, heersers van Albanië gedurende de late middeleeuwen

    In het jaar 1190 van de 12e eeuw stichtten de Albanezen, een Indo-Europees volk dat volledig was gekerstend ten tijde van hun eerste vermelding binnen het Byzantijnse Rijk, onder leiding van archont en stamvader Progon het vorstendom Arbër. Zijn zoons Gjin en Dhimitër volgden hem op als prins van Albanië. Na de val van de Progoni-dynastie in 1216 kwam het onder heerschappij van de Albanese edelen Grigor (1216–1236) en Golem (1252–1256). Het vorstendom, met Krujë als hoofdstad, kwam geografisch overeen met het huidige centraal- en zuid-Albanië. In 1272 ontstond het Koninkrijk Albanië na een personele unie tussen lokale Albanese edelen en het huis Anjou-Sicilië.

    ...Lees meer
      Zie Geschiedenis van Albanië voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
     Fresco van het huis Kastrioti, heersers van Albanië gedurende de late middeleeuwen

    In het jaar 1190 van de 12e eeuw stichtten de Albanezen, een Indo-Europees volk dat volledig was gekerstend ten tijde van hun eerste vermelding binnen het Byzantijnse Rijk, onder leiding van archont en stamvader Progon het vorstendom Arbër. Zijn zoons Gjin en Dhimitër volgden hem op als prins van Albanië. Na de val van de Progoni-dynastie in 1216 kwam het onder heerschappij van de Albanese edelen Grigor (1216–1236) en Golem (1252–1256). Het vorstendom, met Krujë als hoofdstad, kwam geografisch overeen met het huidige centraal- en zuid-Albanië. In 1272 ontstond het Koninkrijk Albanië na een personele unie tussen lokale Albanese edelen en het huis Anjou-Sicilië.

    Gedurende de late middeleeuwen volgden heerschappijen van meerdere Albanese dynastieën, zoals die van Muzaka, Thopia, Balsha, Shpata, Arianiti, Dukagjini en Kastrioti. De Albanese vorstendommen werden verspreid over het huidige Albanië gesticht met ieder een eigen autonomie en adellijke titel. In 1340 werd de prins van Berat Andrea II Muzaka gekroond tot despoot van Albanië na het verslaan van het Servische leger. Andrea II breidde het zuidelijk gevestigde vorstendom Muzaka uit naar gebieden in het huidige westen van Noord-Macedonië en het noorden van Griekenland. In 1368 stichtte prins Karl Thopia op diens beurt het Prinsdom Albanië in de centrale en noordoostelijke gebieden. Beide heersers werden opgevolgd door hun nageslacht tot halverwege de 15e eeuw.

     Kaart van de Liga van Lezhë, een alliantie van Albanese vorstendommen gesticht in 1444

    In de 15e eeuw werd in Albanië een sandjak uitgeroepen na Ottomaanse expansie naar de Balkan. Dit resulteerde in een Albanese opstand onder leiding van onder anderen prins Gjergj Arianiti. Na een serie veldslagen van 1432 tot 1436 werd de Ottomaanse heerschapij echter wel erkend in ruil voor lokale autonomie voor Albanese heersers. Op 2 maart 1444 werd de Liga van Lezhë gesticht, wat vaak beschouwt wordt als de bakermat van een territoriaal Albanië na de vereniging van alle Albanese vorstendommen. De Liga van Lezhë vocht een jarenlang durende oorlog tegen het Ottomaanse Rijk. Onder bevel van de Albanese vorst Gjergj Kastrioti - bijgenaamd Skanderbeg - kwamen de Albanezen in een succesvolle rebellie van de 25 veldslagen 24 keer als winnaar uit de strijd tegen twee verschillende sultans, namelijk Murat II en Mehmet II. Na de dood van Gjergj Kastrioti in 1468 verzwakte de Albanese tegenstand onder prins Lekë Dukagjini en viel de Liga in het jaar 1479 na de belegering van Shkodër door sultan Mehmet II.

     De leiders van de Liga van Lezhë afgebeeld op een schilderij in het Skanderbeg museum in Krujë

    Albanië zou sindsdien vier eeuwen lang geregeerd worden door het Ottomaanse Rijk. De Ottomaanse heerschappij had een grote invloed op de bevolking, zo bekeerden de Albanezen zich tussen de 17e en 18e eeuw in grote getallen van het christendom naar de islam. Als gevolg hiervan kregen de Albanezen veel grondgebied in de vorm van pasjaliks en vilajets. Enkele invloedrijke politici en soldaten binnen het Ottomaanse Rijk waren eveneens van Albanese komaf. In de 19e eeuw ontstonden er in Albanië opstanden als het gevolg van de nationale ontwaking. In deze periode werd het Albanees nationalisme gesticht en streefden de Albanezen naar een eigen culturele, sociale en politieke natiestaat. Dit paramilitaire offensief duurde van 1833 tot 1912.

    Het huidige Albanië verklaarde zich op 28 november 1912 onafhankelijk van het Ottomaanse Rijk en werd in december van dat jaar tijdens de Conferentie van Londen door de internationale gemeenschap erkend als soevereine staat. Het ging verder als onafhankelijk Albanië met Ismail Qemali als eerste staatshoofd. Vlorë werd de eerste hoofdstad van het moderne Albanië. Later zou Tirana herkozen worden.

     Kaart van Albanië in 1913 (wit); de lichtbruine gebieden moest het afstaan aan de buurlanden, zo bepaalde de Vrede van Londen

    Gedurende de Balkanoorlog (1912-1913) verloor het net opgerichte Albanië grondgebied aan buurlanden Servië, Montenegro en Griekenland. Hoewel Albanië tijdens het conflict de stad Shkodër na een belegering terug veroverde en de kust aan Adriatische zee behield na de Slag om Lumë, beide keren ten koste van Servië, bepaalde de Vrede van Londen op 29 juli 1913 de landsgrenzen op de Balkan. Albanië behield zijn status als onafhankelijk land, mede door de druk van vooral Oostenrijk-Hongarije en Italië, maar moest aanzienlijk stuk land afstaan aan Servië, Montenegro en Griekenland waardoor veel etnische Albanezen buiten Albanië kwamen te wonen.

    De grootmachten wilden de prins Wilhelm zu Wied als koning op de troon van Albanië; hij was familie van Koningin Wilhelmina. Nederland stuurde militairen; de eerste vredemissie van Nederland. Deze actie mislukte en de Nederlandse majoor Thomson kwam om het leven. Voor hem zijn standbeelden opgericht in Groningen, Den Haag en Durrës.

    In 1928 werd het land een Koninkrijk onder Zog I van Albanië, met steun van Italië. De Italianen brachten beschaving en bouwden mee aan modernisering van het land. Zo kende het Albanese leger Italiaanse invloeden en werd ook de infrastructuur van het land sterk verbeterd. Van 1939 tot 1943 annexeerde Italië het gebied na de Italiaanse invasie van Albanië en werd het Koninkrijk Albanië een protectoraat van het Koninkrijk Italië, geregeerd door Victor Emmanuel III.

     Koning Zog I van Albanië (1895-1961)

    In oktober 1940 besloot het leger van Albanië een aanval in te zetten tegen de Grieken. Een tegenaanval van Griekenland leidde echter ertoe dat een aanzienlijk deel van Zuid-Albanië onder Griekse hoede kwam, met name Epirus, historisch gezien een belangrijke plek voor de Albanezen. In april 1941 werden gebieden van Joegoslavië met aanzienlijke Albanese bevolking verenigd aan Koninkrijk Albanië, dit waren het westen van Noord-Macedonië, het oosten van Montenegro en het grootste deel van het huidige Kosovo. Tijdens de Tweede Wereldoorlog begon Nazi-Duitsland het land in september 1943 te bezetten en kondigde vervolgens later aan dat ze de onafhankelijkheid van Albanië zouden erkennen, mits Albanië een neutrale staat zou worden. Echter duurde het tot november 1944 tot de Duitse troepen Albanië zouden verlaten, hierna viel Albanië weer onder bewind van het Koninkrijk Italië. In 1946 werd Albanië na de onafhankelijkheidsoorlog bevrijd van de asmogendheden.

    Gedurende de Tweede Wereldoorlog waren er drie Albanese groeperingen die collaboreerden met Nazi-Duitsland, namelijk de Balli Kombëtar (paramilitaire eenheid), de SS Skanderbeg (zijtak van de Waffen-SS bestaande uit Albanese bergjagers) en de Vulnetari (een militie dat opereerde als grenswachters). Motieven hiervoor waren het gewenste irredentistische concept Groot-Albanië en de anticommunistische overtuigingen. Tegenstanders waren de communistische Albanese partijen, de Joegoslavische partizanen, de Servische Četniks en de Nationaal Republikeinse Griekse Liga. Ook de niet-Albanese burgerbevolking moest het hierbij ontgelden. Als gevolg van partij kiezen voor de nazi's werd de groep kort na de oorlog verslagen door het Albanese Volksleger. De leden werden geëxecuteerd of gevangen houden. Ook ontvluchtten vele leden het land.

     Communist Enver Hoxha (1908-1985)

    Na de Tweede Wereldoorlog werd het land een satellietstaat van de Sovjet-Unie en raakte Albanië voor de rest geïsoleerd van andere landen. Enver Hoxha was staatshoofd van de nieuw opgerichte Volksrepubliek Albanië in 1946. Enver Hoxha had nauwe banden met Jozef Stalin, voor wie hij bewondering had. Nadat Josip Tito in conflict raakte met Stalin en Hoxha kritiek had op de Joegoslavische regering en de manier van omgaan met de Albanese minderheid aldaar, stak Enver Hoxha veel energie in het Albanese Volksleger. Het telde 60.000 soldaten aan mankracht en 450.000 man reservepersoneel. In Albanië werden in die jaren tevens vele bunkers gebouwd, en wapendepots aangelegd. Een aanval van Joegoslavië op Albanië bleef hierom ook uit. Wel vonden in Albanië in korte tijd twee incidenten plaats met de grens met Joegoslavië en Griekenland na aanvallen op Albanië door het Griekse leger gesteund door Joegoslavië, dat na dit conflict een geheime missie aan de Albanese grens plande. Beide conflicten leidden tot Albanese overwinningen. Na de dood van Stalin werd de band met de Sovjet-Unie minder en ontwikkelde Albanië banden met met de Volksrepubliek China. In deze periode kende het land een toenemende industriële beschaving, verstedelijking en economische groei die leidde tot een hogere levensstandaard. Ook op het gebied van onderwijs maakte Albanië stappen en werd analfabetisme geminimaliseerd. Enver Hoxha maakte van Albanië het eerste atheïstische land in de wereld. Het praktiseren van religie werd verboden, waarna kerken en moskeeën werden gesloten en gesloopt. In 1978 zette China alle hulp aan Albanië stop, waardoor het land in de ontwikkeling begon te stagneren.

     Edi Rama, de huidige premier van Albanië

    Na verkiezingen in 1991 kwam er na 40 jaar een einde aan het communisme in Albanië. Sindsdien is Albanië een parlementaire democratie. In 1996-1997 verviel het land korte tijd in anarchie ten gevolge van een financiële crisis, veroorzaakt door grootschalige ponzifraude.

    Albanië werd sindsdien lid van verschillende internationale organisaties en is daarbij kandidaat-lid van de Europese Unie. Sinds september 2013 is Edi Rama de premier van Republiek Albanië, waarna hij twee keer herkozen werd door de Albanese bevolking tijdens de verkiezingen van 2017 en 2021. Bajram Begaj is president van het land.

    Read less

Phrasebook

Hallo
Përshëndetje
Wereld
Botë
Hallo Wereld
Përshendetje Botë
Dank je
Faleminderit
Tot ziens
Mirupafshim
Ja
po
Nee
Nr
Hoe gaat het met je?
Si jeni?
Fijn, bedankt
Mire faleminderit
Hoeveel is het?
Sa kushton?
Nul
Zero
Een
Një

Where can you sleep near Albanië ?

Booking.com
487.355 visits in total, 9.187 Points of interest, 404 Bestemmingen, 40 visits today.