Sevilla

( Sevilla (stad) )

Sevilla is een gemeente en de hoofdstad van de Spaanse autonome regio Andalusië, en van de provincie Sevilla. Het is de belangrijkste stad van Zuid-Spanje op het gebied van cultuur, politiek, economie en kunst. In 2022 had de stad 681.998 inwoners, en in de agglomeratie Sevilla wonen ongeveer 1,5 miljoen mensen.

Sevilla ligt aan de rivier de Guadalquivir, die voor niet al te grote zeeschepen bevaarbaar is tot in de stad. Sevilla heeft het grootste historische centrum van Spanje en een van de grootste van Europa, waarin de bezienswaardigheden van de stad, de kathedraal van Sevilla met de toren Giralda, het Alcázar en de Torre del Oro zich bevinden. De Sevilliaanse wijk Triana wordt beschouwd als de geboorteplaats van de Spaanse dans- en muziekstijl flamenco. De stad staat in Spanje ook bekend om het niet-officiële, maar afwijkende dialect dat er gesproken wordt.

De Grieken en Romeinen

Volgens de Griekse en Romeinse mythologie werd de stad gesticht door Herakles toen hij de Hesperiden bezocht. Door opgravingen weet men dat de stad rond 1000 v.Chr. in het gebied van Tartessos lag. Volgens sommigen wás Sevilla oorspronkelijk zelfs Tartessos. De Feniciërs en Carthagenen veroverden de stad rond 600 v.Chr. In deze tijd werd Sevilla gebruikt als handelscentrum voor het zuiden van het Iberisch Schiereiland, totdat het land werd veroverd door de Romeinen. Zij noemden de stad “Colonia Iulia Romula Hispalis” of kortweg “Hispalis”, hoofdstad van de toenmalige provincie Hispania Baetica. Vlakbij stichtten de Romeinen de kolonie Italica, en van hieruit werd Zuid-Spanje grondig geromaniseerd. De rijkdommen van de zilver en goudmijnen van de streek kwamen ten goede aan Rome en o.a. Julius Caesar, die een tijdje gouverneur in Baetica was, bekostigde hiermee zijn verovering van de macht over het Romeinse Rijk. Tijdens het verval van het West-Romeinse Rijk werd er door verschillende Germaanse stammen gestreden om de stad maar uiteindelijk werden de Visigoten de baas.

De Visigoten

In het jaar 426 werd de stad ingenomen door de Vandalen, onder leiding van Gunderic, en in het jaar 441 door de Sueben onder leiding van Koning Rechila. Ongeveer 100 jaar later werden zij uit de stad verdreven door de Visigoten en hun koning Leovigild. Daarna volgde de opstand van zijn zoon, Hermenegild, die zich katholiek verklaarde, en daardoor een vijand van zijn eigen vader werd. Koning Leovigild werd dan ook opgevolgd door zijn andere zoon, Reccared I, die in 586 de troon overnam, waarna goede tijden voor Sevilla aanbraken.

De Moren en Vikingen

In het jaar 712 werden Sevilla, Medina-Sidonia en Mérida veroverd door de Moren onder leiding van Musa ibn noussayr en zijn zoon Abd al-Aziz ibn Mussa. Vanaf dat moment veranderde Sevilla, samen met Córdoba in een van de belangrijkste steden ter wereld. Op 844 werd het Moorse Sevilla aangevallen door de Vikingen, die na hun mislukte aanvallen op Asturië, Galicië en Lissabon verder naar het zuiden waren afgedaald. Zij bestormden de stad gedurende zeven dagen, zonder succes, en verscholen zich daarna op het nabijgelegen eiland Isla Menor in de rivier de Guadalquivir, wachtend op hulptroepen. Het machtige Moorse kalifaat Córdoba was hen echter voor, en op 11 november 844 begon een rampzalige strijd, waarin met name de Vikingen duizenden mannen verloren en zich uiteindelijk moesten overgeven. Zij die het overleefden, installeerden zich als boeren in nabijgelegen dorpen als Carmona en Coria del Río. De Vikingen probeerden overigens verschillende keren Sevilla alsnog te veroveren, in 859, 966 en 971, zonder succes.

De Moren gaven Sevilla de Arabische naam Ishbiliya, dat later veranderde in Shbiya, en waar ook het huidige Sevilla van is afgeleid. Onder het Moorse bewind groeide de stad zowel cultureel als economisch gezien enorm, en werd een van de belangrijkste steden van het rijk Al-Andalus, samen met Córdoba. Sevilla was hoofdstad van een van de vele taifarijken, en was daarvan van 1023 tot 1091 het machtigste. Rondom het jaar 1063 begon echter langzaam maar zeker de katholieke opkomst, en al snel werd de stad voor het eerst afhankelijk van het Rijk van Castilië. In de tijd van de Almohaden bouwde men in Sevilla onder andere de Giralda en het Alcázar. Aan het einde van de 11e eeuw werd de stad bewoond door de Almoraviden, die zorgden voor verdere economische groei. In 1248 werd Sevilla officieel veroverd door Castilië, onder leiding van de katholieke koning Ferdinand III.

De Joden van Sevilla

Tot de inwoners van Sevilla behoorden ook Spaanse Joden (Sefardim). Zij woonden daar al sinds Romeinse tijden en mogelijk zelfs eerder. Net als in de rest van Moors Spanje konden zij na de Moorse verovering van Sevilla in 712 in relatieve vrijheid leven, alhoewel hieraan een einde kwam ten tijde van de heerschappij van de Almohaden. De Joodse bevolking van Sevilla verwelkomde de Reconquista van Sevilla in 1248. Na de Reconquista konden de Joden van Sevilla in het begin in relatieve vrijheid leven. Maar naarmate de tijd vorderde, raakten zij steeds meer in de verdrukking. In 1391 sloeg het noodlot toe: nagenoeg de hele Joodse bevolking van Sevilla werd het slachtoffer van een pogrom. In 1492 werden de overgebleven Joden van Sevilla gedwongen Spanje te verlaten indien zij zich niet tot het christendom bekeerden. Zij die zich bekeerden, werden conversos of nieuwe christenen genoemd. Zij die ervan verdacht werden in het geheim hun Joodse geloof te blijven belijden, werden door de Inquisitie vervolgd. In 1502 werden de overgebleven Moren van Sevilla eveneens tot bekering gedwongen. Zij die zich bekeerden, werden morisken genoemd.

De wijk “Santa Cruz” staat bekend als de oude Joodse wijk van Sevilla.

De Spaanse kolonisatie van Amerika  De Spaanse kolonisatie

De ontdekking van de Nieuwe Wereld door Christoffel Columbus in 1492 en het begin van de Spaanse kolonisatie was een zeer belangrijke gebeurtenis voor Sevilla. Vanaf dat moment werd het namelijk de belangrijkste haven tussen Europa en Amerika en de thuisbasis van de beroemde zilvervloot. Sevilla was al een van de belangrijkste havens van Spanje voor de handel met Vlaanderen en Italië. Een aantal jaar later werd de Real y Supremo Consejo de Indias in Sevilla gesticht door de Katholieke Koningen. Vanuit dit centrum werden alle ontdekkingsreizen, het transport van eventuele schatten en handelsrelaties met de Nieuwe Wereld georganiseerd. Door deze belangrijke rol groeide de stad, en telde rond het jaar 1500 al meer dan 100.000 inwoners. Het werd een van de meest ontwikkelde steden van Spanje, met mooie stenen straten en huizen. De stad trok handelaren, ontdekkingsreizigers en consuls aan vanuit heel Europa, de stad was nu immers de beste plek om te profiteren van de rijkdommen uit Amerika. Het archief van de Consejo wordt bewaard in het Archivo General de Indias. Door deze multiculturele invloeden groeide de stad ook op creatief gebied, met name de schilder- en beeldhouwkunst en literatuur droegen bij aan de Spaanse Gouden Eeuw. Ook industrieel groeide Sevilla, door de productie van nieuwe producten als zijde, zeep en keramiek, en de komst van meer dan 50 fabrieken.

De eerste tabak die gebruikt werd in Europa kwam vooral door import uit Zuid-Amerika. De Spanjaarden wilden die handel controleren, ze maakten het landen als Engeland en Nederland moeilijk om tabak te verhandelen. Ze hadden Sevilla uitgeroepen tot tabakshoofdstad van Europa en alle tabak moest via deze stad verdeeld worden over het Europese continent.[1]

De 17e eeuw

Door de grote wereldwijde macht van Spanje kwam in het jaar 1615 Hasekura Tsunenaga naar Sevilla, een Japanse ambassadeur. Zijn doel was handelsrelaties tussen Japan en Spanje aan te gaan. Aan het begin van de 17e eeuw begon de macht van Sevilla echter af te nemen, onder andere omdat het “Archivo General de Indias” werd overgenomen door de haven van Cádiz. Ook ondervond de stad last van de financiële crisis die zich over heel Europa verspreidde en werd geteisterd door verschillende overstromingen en de pestepidemie, waardoor naar schatting 60.000 mensen overleden, bijna de helft van de stadsbevolking. Op religieus gebied ontwikkelde Sevilla zich echter als nooit te voren, en in 1671 waren er meer dan 45 kloosters, bewoond door onder anderen franciscanen, dominicanen, augustijnen en jezuïeten. Vanaf dat moment stond Sevilla wereldwijd bekend als “Tierra de María Santísima”, oftewel “Grond van de Heilige Maria”.

De 18e en 19e eeuw

De Franse invasie van het Iberisch Schiereiland strekte zich ook uit tot Sevilla, en de stad werd in 1810 bezet door Jozef Bonaparte, broer van Napoleon Bonaparte. Deze verovering verliep echter zonder gevechten en verlies van mensenlevens, maar baseerde zich op onderhandelingen. In 1812 kwam echter al een einde aan de Franse bezetting, door de tegenaanvallen van zowel Spanje als Engeland. De Franse koning verliet de stad; maarschalk Soult beroofde Sevilla echter van een groot aantal kunstschatten. In de 19e eeuw werd begonnen aan het aanleggen van een spoorlijn in Sevilla, hiervoor was de vernietiging van het grote aantal stadsmuren nodig, en in deze periode begon dan ook de geografische stadsuitbreiding.

 Een van de centrale straten NO8DODe 20e en 21e eeuw

In 1929 organiseerde de stad de Ibero-Amerikaanse Tentoonstelling, waarvoor het beroemde “Plaza de España” werd aangelegd. Sevilla werd ook slachtoffer van de Spaanse Burgeroorlog en de bezetting van dictator Francisco Franco, zij het in mindere mate dan Madrid en Barcelona.

Wat recenter, in 1992, organiseerde Sevilla een prestigieuze Wereldtentoonstelling. Een deel van de installaties die hiervoor werden gebouwd zijn veranderd in het grootste technologische wetenschapspark van Andalusië, het pretpark Isla Mágica en de beroemde brug Puente del Alamillo, ontworpen door Santiago Calatrava. Al sinds een groot aantal jaren wordt gewerkt aan de aanleg van een metronet in Sevilla.

In juni 2002 was Sevilla gaststad voor de Europese Raad; als reactie hierop ontstonden er verschillende protesten tegen de intensieve samenwerking binnen de Europese Unie. Sevilla is een politiek socialistische stad (PSOE). Na de Spaanse verkiezingen van 2004 had de socialistische partij een voorsprong van 30,4% op haar rivalen; dat was hoger dan in alle andere Spaanse steden. Tot grote schok van de PSOE is hieraan in mei 2011 een einde gekomen. Door de economische crisis in Spanje ontstond grote ontevredenheid onder de bevolking. Hierdoor werden de gemeentelijke verkiezingen voor de PSOE een nederlaag. Zelfs in het PSOE-bolwerk Sevilla won de PP (Partido Popular).

(en) The European Tobacco Trade from the 15th to the 17th Centuries, auteur: Mike Davey, university of Minnesota, geraadpleegd op 16/11/2014
Photographies by:
Statistics: Position
2376
Statistics: Rank
52071

Reactie toevoegen

Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.

Beveiliging
938216754Click/tap this sequence: 8317

Google street view

Where can you sleep near Sevilla (stad) ?

Booking.com
489.145 visits in total, 9.196 Points of interest, 404 Bestemmingen, 51 visits today.